Monday, June 26, 2006

Boy:

What is this love? Is love the perfect thing? Is love the purest emotion I so crave it to be? Have I ever loved?

What am I struggling about? Why can’t love make me cum?

Why won’t love find me? Why do I have to write about love or talk about love to feel love? Watch tv-shows to see love? Why does the lack of this love make me so angry? Why does love make me punch walls and tear up cartoons and cry? Why do I need love so?

Why isn’t love fair?

Is that love? Is this love?

Why have I never come to fucking someone I love with all my heart?

Because I’m lucky?

(from Untitled Script)

Monday, June 19, 2006

Outside of my dream

Can I see you outside of my dream?

Can I see you anywhere but there?

Can I meet you

By the basketball court down the street?

I could wait for you after sunset.

We could hold hands and lie in the grass

And listen to each other.

I could ask you what you’re thinking of

And you could tell me what I’m dreaming of.

We could crawl under the sheets of my moonlit bed

Where you could be me and I could be you.

I could bring you breakfast that morning

And open the door for you when it’s time for school.

I could go out shopping

Buy you the most beautiful ring

And write our names in the dust of dusk

If I could see you outside of my dream.

There would be no questions or demands

If I could see you anywhere but

Here.

Monday, June 05, 2006

Dick

Niet zo lang geleden kon ik de uitvinder van het split-screen format wel kussen. Met een gelukzalige smile lag ik in m’n luie zetel te kijken naar het tennisduel Norman-Monfils. Ofte: de oudste speler van het circuit tegenover een jong Frans veulen aan de voet van een indrukwekkende carrière.

Na een gesmaakte partij waren de tegenpolen al aan de vijfde en beslissende set aanbeland. De Franse regisseur van dienst vond het, god prijze zijn inzicht, een leuk idee om voor het begin van Norman’s zoveelste opslagspelletje het beeld in split-screen te verdelen en zo de twee spelers simultaan in beeld te brengen. Prach ti ge televisie die daaruit voortkwam.

Aan de linkerkant: Dick ‘Dickie’ Norman. 35 Jaar oud, woonachtig te Waregem. Belachelijk groot, zeker voor een tennisveld. Dickie is altijd een okay speler geweest, maar nooit een écht goeie. Hij is evenwel erg leuk om bezig te zien en te horen, en zijn dagboek op zijn officiële site is gewoon de max.

Aan de rechterkant: Gael Monfils. 19 Jarig Frans raspaardje, zwart, met een lijf, look en outfit die eerder thuishoren op een basketbalplein in de Bronx dan de terreinen van Roland Garros.

Gael springt recht uit zijn stoeltje, raast naar zijn plek, merkt dat Dick nog maar net zijn wandelstok heeft gegrepen om recht te geraken en begint dan maar wat te stretchen. Hij rolt zijn spieren, op de achtergrond kijkt een ballenmeisje met ontluikend seksueel ontzag. Ondertussen zien we Dickie zich voortslepen naar zijn kant van het terrein. Zijn rug is krom, zijn armen bengelen langs zijn lijf als twee uitgewrongen en -getrokken schotelvodden. Zijn knieën kraken tot in de huiskamer, zelfs het dichtvallen van zijn oogleden, telkens hij zijn ogen knippert, maakt een angstaanjagend dof geluid. Zijn weelderige krullen weten niet meer hoe ze moeten staan, de hoofdband evenmin. Dick krijgt zijn racket nog amper van de grond en vraagt de ballenjongen de balletjes op zijn racket te leggen, ze moeten opvangen zou waarschijnlijk te moeilijk gaan.

En dan begint hij aan een zoveelste kastijding. Hij slaat onhandig tegen de bal en ziet die voor hij er erg in heeft alweer gepareerd door de op ultra-hyper geprogrammeerde Fransoos. Als hij een punt scoort lijkt dat compleet toeval. De Franskiljon mist per ongeluk zijn return of de bal belandt per toeval op een goede plek op Dick’s racket. Hij oogt zo out of place op dat tennisveld. Ik wil uit mijn zetel rechtveren en schreeuwen: “het is bijna gedaan, Dick! Ik haal je wel weg uit die drukke menigte!”

Maar ik zie dat hij geniet. Hij zuigt de sfeer in met volle teugen, elke nieuwe slag tegen dat vervloekte gele balletje zorgt voor evenveel zeer aan zijn tot spons veredeld geraamte als genot voor zijn simpele brein. Hij is er toch maar weer, die lange, ouwe Belg, in de tweede ronde van de Franse Grand Slam.

Dick verliest, “hoe kan het ook anders” klonk nooit minder beledigend.